Overbevolking en levenskwaliteit
Wat is de relatie tussen bevolkingsdruk en levenskwaliteit? Levenskwaliteit is iets subjectief aangezien iedereen wel andere noden en wensen heeft, maar er zijn wel algemene voorwaarden die iedereen als essentieel ervaart bij een hoge levenskwaliteit. De invloed van de bevolkingsdruk op deze voorwaarden kunnen we illustreren aan de hand van drie aspecten op het menselijk bestaan, namelijk de ruimtelijke en materiële vrijheid, individuele waarde en maatschappelijke eenvoud.
Meer vrijheid
Individuele vrijheid is fundamenteel voor de levenskwaliteit want het gaat om de mogelijkheid om te doen, denken en hebben wat je wil en waar je wil, zonder daarbij schuldgevoelens of schaamte te moeten ervaren en zonder je te moeten rechtvaardigen tegen jezelf of anderen. Aangezien je eigen vrijheid steeds meer beperkt wordt door de vrijheid van iemand anders zorgen steeds meer mensen voor minder individuele vrijheid. Deze beperking ervaren we vooral op een ruimtelijke en materiële manier.
Onze ruimtelijke vrijheid wordt beperkt doordat we steeds minder ‘recht’ hebben op ruimte. In een minder drukke wereld zal iedereen gemakkelijker zijn of haar eigen ruimte kunnen hebben en zal daar ook meer mogen doen zonder rekening te moeten houden met anderen. Hetzelfde met onze materiële vrijheid: deze wordt steeds kleiner met meer mensen, hoe groot we de materiële welvaart door technologie ook kunnen maken. Daarbij zijn we ook tot het punt gekomen dat onze materiële welvaart meer in het gedrang komt doordat we de draagkracht van de planeet aan het overschrijden zijn.
Naast deze directe gevolgen zou de wereld ook een veiligere en eerlijkere plaats worden. Armoede en ongelijkheid gaan in een minder bevolkte wereld beperkter zijn en gemakkelijker verholpen kunnen worden. Door de lagere bevolkingsdruk zal competitie tussen mensen en samenlevingen afnemen en omdat elke regio autonomer zal zijn zullen handelsconflicten minder voorkomen. Verdraagzaamheid, solidariteit en gelijkheid vragen ruimte, zowel letterlijk als figuurlijk.
Meer individuele waarde
De individuele waarde neemt op verschillende manieren af naarmate er meer mensen zijn. Enerzijds krijg je als individu steeds minder aandacht. Hoe vriendelijk de werknemers ook zijn, grootschalige ziekenhuizen, scholen en winkels zullen we ervaren als minder herbergzaam. Anderzijds heb je steeds minder invloed op het geheel terwijl ook voor het geheel je bestaan steeds minder belangrijk wordt. Daarnaast nemen ook je mogelijkheden om meer te kunnen betekenen af naarmate de bevolkingsgrootte toeneemt.
De arbeidsmarkt is een mooi voorbeeld: wanneer de actieve bevolking kleiner wordt neemt de economische waarde van een individu toe, met loonsverhoging en meer mensen die zich uit de armoede kunnen werken als gevolg.
Een ander voorbeeld is de vermindering van politieke relevantie. In een gemeente van 2000 inwoners vertegenwoordigt een gemeenteraadslid ongeveer 182 inwoners maar in een stad van 300.000 inwoners is dat 5.455 inwoners. Je stem in de stad is dan met ongeveer een factor 30 zwakker dan in een kleine gemeente.
Een eenvoudigere wereld
In een minder bevolkte wereld kan de levenskwaliteit doen toenemen door maatschappelijke vereenvoudiging en door nieuwe mogelijkheden. Door de toenemende bevolkingsdruk was de mens genoodzaakt steeds op zoek te gaan naar meer complexe technologie of organisatievormen, ook meer regels en wetten. In de geschiedenis zijn er voldoende voorbeelden van beschavingen die ten onder zijn gegaan door toenemende maatschappelijke complexiteit.
Betalend parkeren, verkeerslichten, openbaar vervoer, woontorens, ondergrondse parkings, industriële landbouw en gescheiden riolering zijn enkele voorbeelden van uitvindingen om de bevolkingsdruk aan te kunnen. Met een kleinere bevolkingsdruk zouden de wetten en regels vereenvoudigd kunnen worden.
Wat is dan een duurzame bevolkingsgrootte?
De meeste studies proberen een antwoord te vinden op de vraag hoeveel mensen de aarde aan kan. Als we streven naar een herbergzame wereld dan moeten we ons eerder de vraag stellen met hoeveel mensen we hier willen zijn, rekening houdende met het belang van natuurruimte en de gevolgen van bevolkingsdruk op onze levenskwaliteit.
Gelukkig zijn er wel enkele studies die rekening gehouden met een relatieve hoge materiële welvaart, individuele vrijheid, duurzame technieken en meer natuur. Deze studies komen steeds uit op een wenselijke wereldbevolking van niet meer dan 5 miljard. Dat was het aantal mensen op aarde in 1960. Deze berekening doortrekken voor België zou neerkomen op een bevolkingsgrootte van 7 miljoen inwoners (zoals in 1910). Beeld je eens in hoe Vlaanderen, Brussel en Wallonië er dan uit zou kunnen zien?
“Democratie, menselijke waardigheid, gemak en degelijkheid kunnen overbevolking niet overleven. Wanneer je meer en meer mensen op deze wereld zet, vermindert de levenskwaliteit niet alleen, uiteindelijk verdwijnt ze.”
Isaac Asimov (1920-1992)