De eerste pijler
Gezinsplanning verwijst naar de middelen en de informatie die mensen de mogelijkheid geven om te kiezen wanneer en hoeveel kinderen ze willen. Om het belang van deze mogelijkheid in te zien moet je weten dat voor de komst van moderne anticonceptiemiddelen ongewenste zwangerschappen geen uitzondering waren en dat de werkelijke gezinsgrootte vaak groter was dan de wenselijke gezinsgrootte. De komst van de moderne anticonceptiemiddelen in de tweede helft van de 20ste eeuw was een grote stap voorwaarts: voor het eerst in de geschiedenis hadden mensen volledige controle over hun gezinsgrootte. De gevolgen van deze ontwikkelingen zijn moeilijk te onderschatten.
Gezinsplanning werkt…
Het voorzien van toegankelijke gezinsplanning heeft al haar effectiviteit in het beperken van de vruchtbaarheid bewezen, het is al decennia een standaard maatregel in elk bevolkingsbeleid. Een bekend voorbeeld is de campagne in Thailand. Het Thaise gezinsplanning programma werd in 1970 opgestart en kreeg de slogan ‘Hoe meer kinderen, hoe meer armoede’. Om de gevoeligheid rond het onderwerp te doorbreken werd een humoristisch communicatiecampagne gevoerd rond het gebruik van anticonceptiemiddelen. De sleutelfiguur van deze campagne, Mechai Viravaidya, organiseerde onder andere condoom opblaas competities in scholen, gratis en vrijwillige sterilisatie festivals op de nationale feestdag en een ‘Cabbages and Condoms’ keten van restaurants en hotels. Tussen 1970 en 2015 daalde de vruchtbaarheid van 5,6 naar 1,5 kinderen per vrouw.
Een ander bekend voorbeeld is het Iraans bevolkingsbeleid dat werd gevoerd vanaf 1988, na een pronatalistisch beleid dat begon bij de Islamitische revolutie van 1979. In scholen en de media werden educatieve programma’s aangeboden over gezinsplanning en bevolkingsproblemen en er werd ingezet op gratis toegang tot anticonceptiva. Via een netwerk van zo’n 15.000 mobiele klinieken werd gratis of goedkope gezinsplanning aangeboden tot in de kleine dorpen. Tussen 1985 en 2005 daalde de vruchtbaarheid van 6,5 tot 1,8 kinderen per vrouw.
Nog veel werk aan de winkel
Ondanks de effectiviteit van gezinsplanning in het bestrijden van armoede en overbevolking is er nog veel nood aan bijkomende middelen en aandacht. Jaarlijks hebben 74 miljoen vrouwen uit landen met een laag en midden inkomen een ongewenste zwangerschap en in Sub-Saharisch Afrika heeft 21% van de vrouwen geen toegang tot gezinsplanning. In 2017 waren er nog 214 miljoen vrouwen die zwangerschap wilde vermijden maar geen toegang hadden tot gezinsplanning. Het probleem is niet altijd de fysische beschikbaarheid van die middelen, maar ook de culturele acceptatie van gezinsplanning en het gebrek aan vrouwenrechten.
Volgens de Bill & Melinda Gates Foundation (de grootste private donor voor gezinsplanning) kan de Afrikaanse bevolkingsgrootte afgeremd worden tot 2,8 miljard tegen 2100 – dat is een daling van 30% – als alle ongewenste Sub-Saharische zwangerschappen vermeden worden. Volgens de Kopenhagen Consensus denktank is toegankelijke gezinsplanning de derde interessantste maatregel die leiders kunnen nemen op sociaal, economisch en ecologisch vlak (voor elke dollar investering zou je 120 dollar op andere maatregelen besparen). Volgens een 2009 studie zou gezinsplanning de beste investering zijn om de CO2-uitstoot te beperken, voor elke dollar investering zou je meer besparing bekomen dan andere ‘koolstofarme’ technologie. Maar gezinsplanning moet je vooral voorzien omdat het een mensenrecht is. Als iedereen toegang zou hebben tot gezinsplanning zouden jaarlijks 76.000 moedersterftes voorkomen kunnen worden en voor vele vrouwen is een ongewenste zwangerschap het begin van armoede.
Maar ook in de rijke landen – waar gezinsplanning toegankelijker is maar nog niet voor iedereen – is er nog werk te doen. In 2011 waren 45% van de zwangerschappen in de Verenigde Staten ongewenst. In België zijn 1 op de 4 zwangerschappen ongepland. Een groot deel van deze zwangerschappen zouden vermeden kunnen worden indien de familiale planning nog toegankelijker zou zijn.
Armoedebestrijding, ontwikkeling en gezinsplanning
De discussie over wat de beste vorm van ontwikkelingshulp is of hoe je armoede het best moet aanpakken is al lang bezig. Op de VN bevolkingsconferentie van 1974 was de Indiase vertegenwoordiger niet akkoord met de aanpak van de rijke landen om de vruchtbaarheid in arme landen te beperken. Hij riep dat (economische) ontwikkeling de beste anticonceptiva is. De redenering achter deze uitspraak is dat door economische ontwikkeling de mensen uit de armoede geraken en dan kiezen voor kleinere gezinnen.
Dezelfde vertegenwoordiger, Karan Singh, is later op zijn uitspraak teruggekomen. Hij heeft de kracht van gezinsplanning om armoede te bestrijden met eigen ogen kunnen zien en moest toegeven dat het een zeer effectieve manier is om aan ontwikkeling te doen. Op deze manier is toegankelijke gezinsplanning voor iedereen fundamenteel voor de verdere ontwikkeling van de mensheid en tot het bereiken van de duurzaamheidsdoelstellingen van de VN. Het is dan ook jammer om te zien dat hiervoor niet meer middelen beschikbaar worden gemaakt.