De wereldwijde vruchtbaarheidscrisis: zijn minder baby’s een goede of een slechte zaak? Experts zijn verdeeld


The global fertility crisis: are fewer babies a good or a bad thing? Experts are dividedThe Guardian artikel van 2 november 2024

Guardian-journalist Andrew Anthony begon met te verwijzen naar het lage vruchtbaarheidscijfer in Groot-Brittannië. “Het gemiddelde vruchtbaarheidscijfer in de U.K. is nu 1,44 kinderen per vrouw – het laagste cijfer sinds het begin van de metingen.”

Veel andere landen kennen “vergelijkbare dalingen, waardoor een vergrijzende bevolking ontstaat. Maar kunnen de ecologische voordelen van minder mensen opwegen tegen de sociale problemen die ontstaan?”

Heel wat ‘ontwikkelde landen’ hebben nu een vruchtbaarheid onder de vervangingsvruchtbaarheid die in het Verenigd Koninkrijk ongeveer 2,1 kinderen per vrouw bedraagt. Naarmate samenlevingen rijker en seculierder worden, en vrouwen meer keuzevrijheid krijgen, dalen de geboortecijfers. Grote uitzondering is Afrika bezuiden de Sahara, waar hoge vruchtbaarheidscijfers nog steeds gebruikelijk zijn, hoewel ze dalen.

Journalist Anthony stak zijn licht op bij Paul Morland, auteur van “No One Left: Why the World Needs More Children”. Morland gelooft dat de wereld op de rand van een ineenstorting van de bevolking balanceert.

Maar Anthony luisterde ook naar degenen die zich zorgen maken over overbevolking, toenemende menselijke consumptie en klimaatverandering. Volgens hen is pro-natalisme – de politiek om mensen aan te sporen tot meer kinderen – “alarmistisch, nostalgisch naar de domesticatie van vrouwen en onverschillig voor het effect dat de steeds groter wordende mensheid op de planeet veroorzaakt.”

Amy Jankiewicz is de ‘chief executive’ van de bekende Britse anti-overbevolkingsorganisatie Population Matters, waar ook BBC-natuurcineast David Attenborough steun aan verleent. Jankiewicz verwijst naar “het Wereld Natuur Fonds dat onthulde dat we in de afgelopen 50 jaar 73% van onze populatie wilde dieren hebben verloren”. Volgens Jankiewicz is het dalende vruchtbaarheidscijfer “reden voor een feestje”. Een Britse bevolking die nu 68.3 miljoen individuen telt en naar verwachting in 2050 de 78 miljoen bereikt, is gewoonweg “niet duurzaam“.

Achter de cijfers schuilt echter een grote verandering van de samenstelling van de bevolking. Een veroudering met name, een vergrijzing, verzilvering of hoe je het ook wil noemen. Anthony: “Het is deze factor die centraal staat in kwesties van fiscale inkomsten en overheidsuitgaven. Niet alleen het vruchtbaarheidscijfer daalt, maar ook de levensduur gaat omhoog. We worden ouder als natie en als mondiale samenleving.”

Kijken we naar de zogenaamde ouderdomsafhankelijkheidsratio (OAR): “het aantal mensen dat de pensioengerechtigde leeftijd bereikt versus het aantal mensen in de werkende leeftijd. Of anders: het aantal mensen dat belasting betaalt versus het aantal mensen dat pensioensteun ontvangt, evenals een groot aantal zorgdiensten.”

In Groot-Brittannië lag de OAR in de jaren 1950 op minder dan 20%: “er waren meer dan vijf werknemers voor elke gepensioneerde. Vandaag ligt de OAR boven de 30% (slechts drie werknemers voor elke gepensioneerde). Morland merkt op dat men tegen het einde van de eeuw 60% zal naderen, wat neerkomt op 1,7 werknemers voor elke gepensioneerde.” “Waarschijnlijk onhoudbaar” heet het.

Maar snelt de toegenomen productiviteit en de automatisering van veel arbeid hier niet ter hulp ? In eigen land tracht demograaf Patrick De Boosere al jaren de paniekberichten dat de pensioenen onbetaalbaar worden tegen te spreken aan de hand van veel nuancerende cijfers. Hij acht het zelfs niet nodig om de pensioenleeftijd te verhogen naar 67: “Een verkeerde, overbodige maatregel.”

In The Guardian werd er nog een ander land bijgehaald: Italië. Daar waren er in 1950 nog 17 jongeren onder de 10 jaar voor elke persoon ouder dan 80. Tegenwoordig, stelt Morland, “worden de twee groepen ongeveer één-op-één gematcht“. Volgens hem is het geen toeval “dat de landen met de meeste vergrijzing, zoals Griekenland, Italië en Japan, de slechtste overheidsschuld hebben ten opzichte van het bbp.”

Wat ziet Morland als “de oplossing voor het groeiende tekort aan arbeidskrachten ? Immigratie ? “De bevolking van het Verenigd Koninkrijk zou nu afnemen zonder het enorme aantal immigranten dat de diensten-, gezondheids- en zorgsector draaiende houdt. Maar om dit beleid vol te houden”, stelt Morland, “zou tegen het einde van de 21e eeuw bijna de helft van de bevolking van het VK in het buitenland geboren moeten zijn.”

Wat dan echter met de spanningen die de migratiegolven nu al veroorzaken ? Denk ook aan de opkomst van rechtse partijen in Europa, de Brexit en de herverkiezing van Trump die zijn kiezers grootschalige deportatieplannen voorspiegelde.

Bovendien is er, zoals ook Morland erkent, een brain drain die de ‘ontwikkelingslanden’ berooft van hun slimste en meest dynamische mensen.

Wat te doen ? Anthony wees er nogmaals op dat er “geen twijfel bestaat over de effecten van het Antropoceen, en het spreekt voor zich dat de wereldbevolking niet voor onbepaalde tijd kan blijven groeien. Maar in tegenstelling tot bijna elk ander vitaal aspect van de economie, hebben democratische regeringen” volgens hem, “bijna geen greep op het vruchtbaarheidscijfer.”

Anthony: “De beslissing om een kind te krijgen is terecht een privébeslissing, meestal genomen tussen twee mensen. Het is uiterst twijfelachtig dat een stel ooit heeft geprobeerd een baby te krijgen om een toekomstig tekort aan arbeidskrachten op te lossen. Elke poging van de overheid om de beslissing over het ouderschap te beïnvloeden kan dus opdringerig lijken en is in het verleden draconisch geweest.”

Waarna verwezen werd naar het brutale éénkindbeleid dat China tussen 1979 en 2015 voerde. “Een flagrante inperking van de mensenrechten.” Maar nu alle beperkingen zijn opgeheven, gaat het de andere richting uit. Want de overheid wil het vruchtbaarheidscijfer dat nu op 1,0 kind per vrouw ligt, weer omhoog krijgen.

Voor Jankiewicz is zo’n laag cijfer een goede zaak: “Hoe minder mensen, hoe beter we er voor staan.” Zelfs de pro-natalist Morland, “die zich omschrijft als ‘onbeschaamd rechts’, accepteert dat de mensheid een bevolkingslimiet moet hebben. Maar hij stelt dat de achteruitgang ervan beter moet worden beheerd en moet worden uitgesteld totdat AI en robotica arbeid kunnen vervangen.”

Morland roept op tot “een ‘culturele revolutie’ waarin het idee van het hebben van grotere gezinnen als wenselijk of zelfs cool wordt gezien. (…) Hij benadrukt dat elke cultuurverandering een rechtvaardige verdeling van de taken op het gebied van kinderopvang tussen ouders met zich mee zou moeten brengen.”

Journalist Anthony wees er vervolgens op hoe het de hoge levenskosten zijn die in ‘ontwikkelde landen’ mensen weerhouden om (veel) kinderen te krijgen. Voeg daar zeker ook de hoge woonnood aan toe.

Nu zijn er wel steeds meer regeringen die via meer kinderopvang, verlengd ouderschapsverlof en belastingvoordelen voor gezinnen, de vruchtbaarheidscijfers proberen te doen stijgen. Zo besteedt het Hongarije van de ‘illiberale’ premier Orban, 5% van zijn bbp aan een pro-geboortebeleid. Anthony: “Als gevolg hiervan is het vruchtbaarheidscijfer gestegen van 1,25 naar 1,5, maar dat is nog ver verwijderd van het vervangingsniveau. En aangezien de Hongaarse regering rechts, populistisch en anti-immigrant is, heeft het bijgedragen aan de overtuiging dat pro-natalisme eigenlijk een andere vorm van pro-nationalisme is.”

Het artikel in The Guardian eindigde er mee dat er “geen gemakkelijke antwoorden zijn. Zelfs de vragen zijn complex. Maar er is een publiek debat nodig, omdat de implicaties van bevolkingskrimp (of zelfs toename) te groot zijn om zomaar te laten gebeuren. De Britse regering heeft gelijk als ze burgers niet adviseert over hun voortplantingskeuzes. Maar het moet duidelijk zijn wat de gevolgen zijn voor de komende generaties.” The global fertility crisis: are fewer babies a good or a bad thing? Experts are divided | Population | The Guardian

“Tegen 2070 zijn we met bijna 13 miljoen inwoners in België” titelde de VRT op 8/2/2022. Maar door allerlei internationale ontwikkelingen zoals die inzake de oorlog in Oekraïne zou de huidige bevolking van 11,7 miljoen wel eens veel sneller kunnen stijgen.

Moet de vraag naar een publiek debat niet voor alle landen gelden, alle regeringen ? Deze week – op 7/11/2024 – nog raakte bekend dat het “bevolkingsaantal in Brussel nog nooit zo hoog was.”

De Standaard berichtte: “1,25 miljoen. Dat is het aantal mensen dat sinds 1 januari 2024 in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest woont. Nog nooit was Brussel zo dichtbevolkt.

Een eerste element is het ‘natuurlijk saldo’, het verschil tussen het aantal geboortes en het aantal sterfgevallen. “Dat natuurlijk saldo is al sinds 1992 onafgebroken positief in het BHG. De relatief jonge bevolking in het BHG speelde daarin een belangrijke rol.”

Ten tweede is er wat De Standaard omschreef als “de niet te onderschatten internationale aantrekkingskracht van het BHG is. In 2023 vestigden 56.166 mensen uit het buitenland zich in Brussel. Dat is het op een na hoogste aantal ooit: enkel in 2022, een jaar sterk getekend door oorlog in Oekraïne, kwamen er meer buitenlandse migranten (62.522) naar het BHG. Omgekeerd verlieten 34.723 Brusselaars het Gewest om zich in het buitenland te vestigen. De netto buitenlandse migratie was in het BHG dus sterk positief in 2023.Als we kijken naar de binnenlandse migratie, zien we een omgekeerde beweging: 43.775 Brusselaars besloten in 2023 te verhuizen naar Vlaanderen of Wallonië, terwijl slechts 25.023 landgenoten de weg vonden naar onze hoofdstad.”

Op het ter discussie stellen van dit soort bevolkingsevoluties, rust ook in België nog altijd haast een omerta. Waarom? Omdat de grote financiële machten (en de rechtse partijen die hun belangen verdedigen) er alle baat bij hebben dat de bevolking gestaag blijft toenemen?  Meer werkkrachten en meer consumenten zijn immers synoniem voor meer winst. Wanneer zal met name het groene en linkse deel van de politieke scène deze infernale spiraal eindelijk onder ogen zien?

Jan-Pieter Everaerts