“Huizenprijzen stijgen fors in Vlaamse provinciehoofdsteden”: één van de vele soortgelijke persartikels van de jongste jaren; deze komt uit ‘Metro’ van 11/2/2022. “Wie een huis wil kopen in de Vlaamse provinciehoofdsteden, betaalde vorig jaar gemiddeld 8,4 % meer dan in 2020” informeerde de gratis krant. “De prijs voor een appartement steeg minder snel, met gemiddeld 6,2 %”.
Diverse oorzaken liggen aan de basis van de prijsstijgingen. Ziehier de voornaamste 7:
1) het steeds schaarser worden van de nog vrije ruimten (waarvan een steeds groter deel wegens overstromings- en andere gevaren onbebouwd moet blijven);
2) de grond- en woningspeculatie;
3) het hyperliberaal beleid dat de speculatie toelaat of zoals in het Antwerpen van B. De Wever, nog stimuleert;
4) het politiek profitariaat in de vorm van hogere inkomens voor politici die meer verdienen naargelang er meer mensen in hun kiesgebied wonen;
5) de toenemende kosten door de duurzaamheidsvoorwaarden waardoor finaal zelfs ‘groene ghettovorming’ optreedt (zie verder);
6) de oplopende inflatie;
7) en uiteraard ook dé voorwaarde voor en de motor van al het voorgaande, de vooral stedelijke bevolkingstoename, te wijten aan de migratie over de landsgrenzen heen en aan de binnenlandse migratie van het platteland met zijn krimpende sociale voorzieningen naar de steden.
Eén en ander maakt dat wie grond(en), huis/huizen en/of appartement(en) in eigendom heeft slapend rijk kan worden, terwijl de niet-eigenaars, zelfs al werkende verarmen.
De evolutie naar steeds duurdere huisvesting is niet typisch Vlaams, Brabants of Belgisch, maar zet zich wereldwijd door. Want de 7 vermelde oorzaken gelden wereldwijd; van het ‘staatsgeplande’ China met zijn megasteden vol ‘wolkenkrabbers’ én de in financiële moeilijkheden verkerende vastgoedreuzen, tot de slums van de uitdijende zuidelijke metropolen waar honderden miljoenen mensen in miserabele krotten bijeen hokken, als ze al niet op straat moeten overleven zoals de naar schatting 100 tot 150 miljoen straatkinderen wereldwijd.
Bouwwerf Europa werft niet-EU-bouwvakkers
De Morgen titelde op vrijdag 11 februari: “Half Europa wordt straks een bouwwerf. Wie in godsnaam gaat al die werken uitvoeren?”
Roel Wauters schreef dat “de bouwsector om volk smeekt, niet alleen in België. Straks verandert half Europa in een werf met dank aan de vele relanceplannen.”
Volgens de Confederatie Bouw moeten er jaarlijks 20.000 jobs worden ingevuld, maar er staan nu al 18.000 vacatures open in de sector. Tegelijk gaan veel bouwvakkers met pensioen en dat terwijl de EU-relanceplannen de sector “een ongeziene boost zullen geven: van de bijna 6 miljard euro die ons land krijgt van het Europese relancefonds gaat 3,5 miljard naar de bouw: van grote renovaties van openbare gebouwen over de aanleg van fietssnelwegen tot het energiezuinig maken van woningen.”
Alle EU-lidstaten samen investeren de komende vier jaar via Europese relancemiddelen 35 miljard euro in de bouw. 75 miljard euro gaat naar ‘transport en logistiek’, met daarbij ook nieuwe wegen, treinstations en andere infrastructuur
Hamvraag: wie zal al die werken uitvoeren? Vroeger zocht men extra werkkrachten in de ‘nieuwe’ EU-lidstaten, zoals Polen, Roemenië of Bulgarije. Maar nu kampen die zelf met een tekort aan bouwvakkers. Dus trekken zij op grote schaal arbeiders aan uit landen zoals Oekraïne en Wit-Rusland.
Wauters: “In 2020 werden in Polen een half miljoen arbeidskaarten aan Oekraïners afgeleverd, met bijbehorende verblijfsvergunning. Nog eens 450.000 gingen er naar Wit-Russen, telkens onder erg flexibele voorwaarden.”
De Polen kijken ook verder oostwaarts. Richting de Filipijnen. Roemenië mikt op arbeiders uit Bangladesh. Zodra arbeiders uit niet-EU-landen in één van de EU-lidstaten aan de slag kunnen, kunnen ze overigens ook elders in de Unie aan het werk. Wouters betitelde het als de “Achterdeur van de arbeidsmigratie”. Wist u bv. dat er in 2020 al bijna 13.000 Oekraïners in België werkten via de zogenaamde ‘detachering’. “Vijfduizend van hen werden gemeld in de bouwsector.”
Ook uit Zuid-Amerika worden er via een tussenstap arbeiders gelokt; met name Braziliaanse werkkrachten via bedrijfjes in Portugal. De vakbonden staan er bij en kijken er naar, beducht voor misbruik bij de “onderaannemingen van onderaannemingen”.
Bouwwerf Aarde ziet almaar nieuwe steden verrijzen
In tal van zuidelijke regio’s en met name in Afrika zet de bevolkingsgroei zich deze eeuw nog spectaculair door. Dat terwijl de zeespiegel stijgt en kustgebieden wegzinken.
Bijgevolg worden er tegenwoordig ook heelder nieuwe (hoofd-)steden gebouwd. Zo verruilt Indonesië het onderlopende Jakarta voor een nieuwe hoofdstad op het eiland Borneo. Vanaf 2024 moeten daar alle overheidsdiensten naar verhuizen, plus zo’n anderhalf miljoen ambtenaren en hun gezinnen.
In Egypte is het almachtige leger bijna klaar met een nieuwe (administratieve) hoofdstad, midden in de woestijn op zo’n 40 kilometer ten oosten van Caïro dat met zijn 22 miljoen inwoners nu al ‘uit zijn voegen barst’. Maar over dertig jaar zullen er wellicht nog eens 22 miljoen stadsbewoners bij zijn gekomen.
Militairen verhuizen wel vaker een hoofdstad van een druk bevolkt historisch centrum, naar een meer administratieve plek. In 2005 besloot de junta van Myanmar om Yangon (Rangoon) in te ruilen voor het meer centraal en strategisch gelegen Naypyidaw.
De internationaal meest bekende ‘nieuw geplande’ hoofdstad is wellicht Brasilia dat in 1960 Rio de Janeiro als hoofdstad van Brazilië verving.
In eigen land is Louvain-La-Neuve nog altijd de enige van de grond af geplande stad (na Charleroi dat zo ontstond in 1666). De universiteitsstad in Waals-Brabant werd in de jaren zeventig gebouwd om de ‘Université catholique de Louvain’ te behuizen toen de taalstrijd in 1968 leidde tot de opsplitsing van de Leuvense universiteit.
Kampioenen stedenbouwers zijn echter de Chinezen. Hoe dat wel ten koste gaat van enorm veel menselijk leed, is te zien in de Deutsche Welle-documentaire “China’s competition for living space”: China’s competition for living space | DW Documentary – YouTube
Dat grote Chinese bouwpromotoren – Evergrande op kop – ondertussen met torenhoge schulden zitten, is ook bekend. Zo immens zijn die, dat ze grote gevolgen voor heel de Chinese economie dreigen te hebben. Dat het niet alleen de grote bedrijven zijn die voor problemen zorgen, blijkt uit het feit dat ook de Chinese hogere en middenklassen erg actief werden in het investeren in buitenlands (V.S., Australië …) vastgoed.
Strijd om alles, zelf om zand …
Het begrip ‘lebensraum’ mag dan al onzalige gedachten aan Hitler-Duitsland oproepen, feit is dat op talloze plaatsen ter wereld mensen (en hun bedrijven) elkaar naar het leven staan in de strijd om een plek om te wonen. Keihard gaat het er bv. aan toe in Jeruzalem waar joodse kolonisten met allerlei methoden, de Palestijnen hun huizen afpakken.
Wereldwijd zijn het altijd de armsten die aan het kortste eind trekken en moeten wonen in schandalig duur te betalen hokken zoals dat het geval is in Hong Kong of in de bedompte kelderwoningen van het Zuid-Koreaanse Seoul (die we sinds 2019 kennen van de film ‘Parasite’). Of erger nog: dakloos op straat belanden in één van de snel toenemende megalopolissen op aardkloot Aarde.
Het probleem om de nu al 8 en straks 10 tot 11 miljard mensen op de planeet te huisvesten, is er overigens niet alleen één van ‘levensruimte’ of van een gebrek aan arbeiders om de woningen te bouwen. Ook de grondstoffen voor al de nieuw te bouwen onderkomens worden schaarser. Daarbij stelt zich nu zelfs een gebrek aan … zand !
“Zand schaars? Je hebt meteen de lachers op je hand” berichtte het Nederlands Algemeen Dagblad op 3 mei 2020. “Maar er dreigen wel degelijk tekorten aan de meest onderschatte grondstof ter wereld.” “Zand wordt zo schaars als water en leidt tot oorlog” titelde de krant.
En waartoe schaarste aan water – nog zo’n ‘ding’ waar de wereld echt geen tekort aan lijkt te hebben, maar het moet wel drinkbaar zijn – leiden kan, ga ze dat maar eens vragen in Kaapstad. Dat viel in 2018 bijna geheel zonder. Of aan al de planners en wetenschappers die bang kijken naar het wegsmelten van de gletsjers wereldwijd, waardoor met name in Zuidoost-Azië alleen al zo’n 2 miljard mensen zonder water zullen vallen. Op 7 februari nog wijdde La Libre Belgique aan het watergebrek op aarde een artikel dat titelde: « La plus grande crise dont personne ne parle”: se dirige-t-on vers un monde sans eau potable ? » “La plus grande crise dont personne ne parle”: se dirige-t-on vers un monde sans eau potable ? – La Libre
Wie anno 2022 nog vindt dat de bevolkingsgroei geen discussiethema mag zijn, moet echt wel een kieken zonder kop zijn; zo immens zijn de klimatologische, biodiversiteits- en andere uitdagingen die zich op alle mogelijke vlakken – zelfs dat van het zand ! – stellen voor de nu opgroeiende generaties.
Jan-Pieter Everaerts
Dit artikel werd gepubliceerd in het ezine De Groene Belg.